Het Afzinkkelder-arrest: aansprakelijkheid ondanks zorgvuldig bouwen, maar géén nieuwe norm voor risicoaansprakelijkheid
vrijdag 6 juni 2025
Bouwschade en zorgvuldigheid
Bouwen in stedelijke omgevingen – te midden van kwetsbare of monumentale panden – kan zowel bouwkundig als juridisch een risico vormen. Zelfs als een aannemer zorgvuldig te werk gaat en bouwkundig gezien geen fouten maakt of normen overschrijdt, kan er toch sprake zijn van aansprakelijkheid voor bouwschade die derden lijden.
In het zogenoemde Afzinkkelder-arrest (HR 12 januari 2024, ECLI:NL:HR:2024:17) oordeelde de Hoge Raad over zo’n kwestie. In tegenstelling tot dat wat in veel andere blogs over dit arrest is geschreven, introduceert de Hoge Raad in dit arrest in mijn optiek geen nieuwe vorm van risicoaansprakelijkheid. Wel worden er concrete handvatten gegeven die van belang kunnen zijn voor de praktijk.
De casus: schade bij zorgvuldig uitgevoerde bouwwerkzaamheden
De zaak speelde zich af in hartje Eindhoven. Een opdrachtgever wilde op een braakliggend perceel, ingesloten tussen twee bestaande panden, een nieuw pand realiseren met kelder. In een van de twee naastgelegen panden was een wijnhandel gevestigd en een bovenwoning gevestigd.
Vanwege de beperkte ruimte tussen de twee bestaande panden werd er voor het realiseren van de kelder gekozen voor een ‘afzinkkelder’: een prefab kelderbak die door geleidelijke uitgraving van de grond door z’n eigen gewicht tot de juiste diepte ‘afzinkt’. Zodra de kelder zich op de juiste diepte bevindt, wordt de betonnen vloer gestort. Tijdens het afzinkproces van de kelder wordt er een obstakel in de grond geraakt, hetgeen leidde tot schade aan het pand van de wijnhandel en de bovenwoning. De bouw werd tijdelijk stilgelegd. Er werd overlegd met deskundigen en met de CAR-verzekeraar. Laatstgenoemde gaf aan dat de dekking van de verzekering kwam te vervallen als er geen overleg plaatsvond met de eigenaar van de wijnhandel en de eigenaren van de bovenwoning.
Ondanks de waarschuwing van de CAR-verzekeraar werd het afzinkproces van de kelder hervat. Het werk werd uiteindelijk afgerond, maar de schade aan de wijnhandel en bovenwoning was een voldongen feit.
De juridische grondslag: onrechtmatige daad
Zowel de eigenaar van de wijnhandel als de eigenaars van de bovenwoning spraken de aannemer aan op grond van de onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW. Volgens dat artikel is degene die schade heeft veroorzaakt aansprakelijk als deze schade het gevolg is van een onrechtmatige daad die aan hem kan worden toegerekend. Als onrechtmatige daad wordt aangemerkt:
- een inbreuk op een recht;
- een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht; of
- een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betamelijk wordt geacht.
De laatste norm (3) wordt ook wel de ‘zorgvuldigheidsnorm’ genoemd en speelt het vaakst een rol als het schade door bouwwerkzaamheden betreft.
Het oordeel van de rechtbank en het hof: geen aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van de aannemer wordt zowel door de rechtbank als door het hof afgewezen (ECLI:NL:GHSHE:2022:525). Het hof overwoog dat een gedraging niet per definitie onrechtmatig is vanwege de omstandigheid dat de zaaksbeschadiging zich voordoet en die schade een (voorzienbaar) gevolg is van die gedraging. Er is pas sprake van een aansprakelijkheid als de zorgvuldigheidsnorm is geschonden. Het hof komt op basis van het nalopen van de door de aannemer getroffen voorzorgsmaatregelen tot de slotsom dat zowel de opdrachtgever als de aannemer alle voorzorgsmaatregelen hebben getroffen die van hen mochten worden verwacht. Om die reden is er geen sprake van het schenden van een zorgvuldigheidsnorm en dus is er van aansprakelijkheid op grond van de onrechtmatige daad geen sprake. De omstandigheid dat de opdrachtgever en aannemer wisten dat de CAR-verzekering eraf zou gaan zonder overleg en het maken van afspraken met de buren maakt het voorgaande volgens het hof niet anders.
Het oordeel van de Hoge Raad: zorgvuldigheid sluit aansprakelijkheid niet uit
De eigenaar van de wijnhandel en de eigenaars van de bovenwoning waren het niet eens met het oordeel van het hof en gingen in cassatie met twee cassatiemiddelen:
- Er is sprake van een inbreuk op het eigendomsrecht, want mijn eigendom is beschadigd.
- Ook bij zorgvuldig handelen kan er toch sprake zijn van schending van een zorgvuldigheidsnorm.
Het eerste cassatiemiddel slaagde niet, maar het tweede cassatiemiddel slaagde wel. De Hoge Raad overwoog dat aan de bouwwerkzaamheden van de aannemer een aanmerkelijk risico verbonden was dat aan het pand van de eigenaar van de wijnhandel en de bovenwoning schade zou worden toegebracht. Dat risico bestond ook terwijl er maatregelen ter voorkoming van de schade werden getroffen en de werkzaamheden zorgvuldig werden uitgevoerd. Als het risico zich in zo’n geval verwezenlijk dan kan niet zonder meer worden aanvaard dat de ander de daardoor veroorzaakte schade moeten dragen.
Wat de Hoge Raad met de hierboven genoemde overweging (vrij vertaald) zegt is dat zelfs wanneer je als aannemer precies hebt gedaan wat je moest doen en hebt voldaan aan de regelgeving. Dat nog niet automatisch betekent dat er geen sprake kan zijn van een onrechtmatige daad tegenover derden. Van een onrechtmatige daad kan in zo’n geval wel degelijk sprake zijn als de werkzaamheden bijvoorbeeld alleen in het belang van de opdrachtgever werden uitgevoerd, voor derden geen enkel voordeel opleveren en de schade niet zonder meer behoort tot hetgeen door derden in het maatschappelijk verkeer moet worden geduld bij bouwwerkzaamheden van een ander.
Kortom, er kan wel degelijk sprake zijn van een onrechtmatige daad bij correct uitgevoerde bouwwerkzaamheden als je (1) onvoldoende rekening hebt gehouden met de gerechtvaardigde belangen van derden; en (2) het gaat om schade die qua vorm/omvang waarvan in het maatschappelijke verkeer niet kan worden gezegd dat die schade gewoon gedragen moet worden (te dulden hinder bij bouwwerkzaamheden).
Conclusie
Het arrest van de Hoge Raad verschaft geen nieuwe regels en ook geen nieuwe vorm van risicoaansprakelijkheid voor aannemers. Voor aansprakelijkheid van een aannemer in het geval van bouwschade aan eigendommen van een derde, is namelijk nog steeds vereist dat de aannemer anders heeft gehandeld, dan in het maatschappelijk verkeer betamelijk is. Wat het arrest wel laat zien is dat zorgvuldig bouwen niet per definitie uitsluit dat er anderszins sprake kan zijn van een onrechtmatige daad.
In dit concrete geval had de aannemer in overleg moeten treden met de eigenaar van de wijnhandel en de eigenaars van de bovenwoning, zoals geëist werd door de CAR-verzekering. Dat heeft de aannemer niet gedaan. Het voorgaande maakt in samenhang met het voortzetten van de bouwwerkzaamheden terwijl bekend was dat er schade optrad, dat de aannemer onvoldoende rekening heeft gehouden met de gerechtvaardigde belangen van derden en daarin zit de schending van de zorgvuldigheidsnorm: het in strijd handelen met dat wat in het maatschappelijk verkeer betamelijk wordt geacht.
Vragen?
Heeft u vragen over aansprakelijkheid bij bouwschade, of wenst u advies over juridische risico’s bij complexe bouwprojecten? Onze specialisten bouwrecht staan u graag bij.