Beslag leggen op een bankrekening in de Europese Unie eenvoudiger vanaf 18 januari 2017

Volgens onderzoek van Atradius (april 2016) naar de betalingsmoraal van 3.000 bedrijven in 13 West-Europese landen (Betalingsbarometer) werd 88 procent van de Nederlandse bedrijven geconfronteerd met te late betalingen. 20 Procent van de ondernemers moest hierdoor betalingen aan hun eigen leveranciers noodgedwongen uitstellen. Dit was voor een vijfde van de bedrijven reden om in 2016 de betalingshistorie en het kredietrisico van klanten kritischer onder de loep te nemen.

In West-Europa zijn de vooruitzichten volgens Atradius wisselend. Maar liefst 90 procent van de bedrijven in West-Europa kreeg in 2015 te maken met uitblijvende betalingen. Ondernemingen in Italië en Griekenland werden het meest getroffen door achterstallige betalingen door binnenlandse zakenrelaties, terwijl Britse bedrijven het meest te maken hadden met de negatieve gevolgen van uitblijvende betalingen door handelspartners in het buitenland. In 2016 kreeg 57,9 procent van de bedrijven in West-Europa te maken met uitblijvende betalingen van binnenlandse facturen vanwege liquiditeitsproblemen van hun afnemers. In 2015 was dit 51,4 procent. Dit gold vooral voor Griekse bedrijven. Ook kregen meer bedrijven - 40,2 procent ten opzichte van 37,1 procent in 2015 - om deze reden hun buitenlandse facturen te laat betaald. Dit ging vooral op voor bedrijven in Oostenrijk.

Europees beslagbevel

Op 18 januari 2017 treedt de EU verordening Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen in werking. Deze verordening geldt voor alle lidstaten, met uitzondering van Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. In Nederland is het al relatief eenvoudig om een bewarend beslag te leggen. Bij vorderingen op een buitenlandse schuldenaar was dat lastiger, omdat daarvoor veelal een procedure bij de buitenlandse rechter moest worden gevolgd. Nederlandse burgers en bedrijven kunnen met behulp van een speciale Europese procedure nu makkelijker conservatoir beslag leggen op een bankrekening in een andere lidstaat. Het doel is uiteindelijk dat de eenvoudiger inning van grensoverschrijdende vorderingen leidt tot een lager bedrag aan oninbare vorderingen en dat daarmee een positief economisch effect wordt gerealiseerd.

Deze Europese procedure is van toepassing op geldvorderingen in burgerlijke- en handelszaken met een grensoverschrijdend karakter. Dit is het geval indien bank en/of schuldeiser in een andere lidstaat gevestigd is/zijn dan de rechter die het beslagbevel uitvaardigt.

Voor wie van belang?

  • particulieren met bankrekeningen in andere lidstaten
  • ondernemingen die grensoverschrijdend zaken doen
  • particulieren en bedrijven die verwikkeld zijn in een civiele of handelsprocedure, waarbij tenminste een van de partijen in een andere lidstaat is gevestigd en aldaar een bankrekening aanhoudt

In welke situatie geldt de verordening niet?

  • geschillen over huwelijksvermogensrecht
  • geschillen over testamenten en nalatenschappen
  • vorderingen tegen een schuldenaar in een insolventieprocedure
  • geschillen over sociale zekerheid
  • arbitrage
  • volgens het nationale recht niet voor beslag vatbare bankrekeningen
  • bankrekeningen aangehouden bij een Centrale Bank

Verloop van de procedure

Een Europees beslagbevel kan zowel worden gevraagd als er nog geen procedure bij de rechter is ingesteld als tijdens een rechterlijke procedure. Dit gebeurt door middel van een vastgesteld formulier. Als er nog geen procedure tegen de schuldenaar is ingesteld, moet de bodemprocedure binnen een door de rechter gestelde termijn, na indiening van het verzoek tot een Europees beslagbevel, worden ingesteld. Tevens dient de schuldeiser zekerheid te stellen voor zijn vordering, tenzij de rechter dit niet noodzakelijk of passend vindt.

Vervolgens toetst de rechter het verzoek. De rechter zal het beslagbevel uitvaardigen als de schuldeiser voldoende bewijsmateriaal heeft verstrekt om het gerecht ervan te overtuigen dat er dringend behoefte bestaat aan een beslagbevel, gelet op het reële risico van oninbaarheid of bemoeilijking van de inbaarheid zonder dit beslagbevel.

De schuldenaar zelf wordt in deze procedure niet gehoord en wordt ook niet geïnformeerd voordat het beslagbevel is uitgevaardigd.

De rechter beoordeelt het verzoek en indien dat voldoet aan de gestelde voorwaarden geeft hij het beslagbevel af door middel van een vastgesteld formulier. Als de schuldeiser nog geen rechterlijke uitspraak heeft, dan wordt de beslissing binnen 10 werkdagen afgegeven. Heeft de schuldeiser al een uitspraak dat geeft de rechter het beslagbevel binnen vijf dagen af.

Informatieverzoek

In de verordening is een mechanisme opgenomen voor de schuldeiser om rekeninginformatie op te vragen bij een bank, indien hij niet weet waar de schuldenaar bankiert. De schuldeiser dient dit verzoek gelijktijdig met het verzoek tot beslagbevel in. De deurwaarder is in Nederland aangewezen als informatie-instantie. Hij is gerechtigd bij banken rekeninginformatie op te vragen. Indien onbekend is waar de schuldenaar bankiert ligt het voor de hand dat de deurwaarder bij de vijf grootste banken in Nederland een verzoek tot rekening-informatie indient. De desbetreffende bank dient hierop met bekwame spoed te reageren en mag de schuldenaar niet informeren over het verzoek. De kosten voor het opvragen van de rekeninginformatie zijn voor de schuldeiser.

Belangrijk is dat van deze mogelijkheid uitsluitend gebruik kan worden gemaakt als de schuldeiser al een rechterlijke uitspraak heeft of een authentieke akte heeft, op grond waarvan de schuldenaar de vordering moet voldoen. In dat geval kan de schuldeiser ook executoriaal beslag leggen. De vraag is dan ook of veel gebruik gemaakt zal worden van deze mogelijkheid.

Verschillen met de Nederlandse procedure

De Europese procedure zal bestaan naast de Nederlandse procedure tot het leggen van conservatoir beslag. De schuldeiser heeft dus de keuze tussen de regeling conform de EU Verordening en de nationale regeling. Het Europese beslagbevel heeft dezelfde rangorde als een Nederlands beslagverlof.
Er zijn ook enkele verschillen, die hieronder uiteen worden gezet:

Europees beslagbevel

Nederlands conservatoir verlof

 

 

Schuldeiser moet zekerheid stellen, als hij een verzoek to beslagbevel indient.

Rechter kan zekerheid vragen, maar daar wordt over het algemeen weinig gebruik van gemaakt.

Europees beslag is gemaximeerd tot het bedrag waarvoor het bevel is gegeven.

Rechter wijst eveneens verlof tot beslag tot een bepaald bedrag toe, maar indien ten tijde van beslaglegging een hoger saldo op de rekening staat dan waarvoor het verlof wordt afgegeven, wordt toch het gehele saldo beslagen.

Schuldenaar wordt niet gehoord. Een uitzondering op deze regel is niet mogelijk.

In beginsel wordt de schuldenaar niet gehoord. De rechter kan, als hij het verzoek geheel of gedeeltelijk afwijst, zowel schuldeiser als schuldenaar horen.

Er gelden vaste beslistermijnen: rechter dient binnen 10 respectievelijk 5 werkdagen te beslissen op het verzoek tot afgifte beslagbevel.

Er gelden geen vaste beslistermijnen. Deze verschillen per rechtbank, maar zijn doorgaans zeer kort.

Bankverklaring dient voor het einde van de derde werkdag na de uitvoering van het beslagbevel te worden afgegeven.

Bankverklaring dient afgegeven te worden zodra vier weken zijn verstreken na het leggen van beslag.

Verordening kent een regeling omtrent het opvragen van rekeninginformatie.

Nederlandse wetgeving kent geen regeling omtrent het opvragen van rekeninginformatie

 

Als u vragen heeft of twijfelt over uw juridische positie kunt u contact opnemen met Sandra Verburgt via verburgt@delissenmartens.nl of met uw eigen contactpersoon bij Delissen Martens T + 31 70 311 54 11.

Deze Nieuwsbrief is slechts een algemene weergave van het geldende recht. Het kan op geen enkele wijze als advies in uw specifieke situatie dienen.

Gepubliceerd op: 16 januari 2017 in Internationaal Familierecht
Vragen?
Neem contact op met Sandra (S.L.A.) Verburgt
Beslag leggen op een bankrekening in de Europese Unie eenvoudiger vanaf 18 januari 2017
Delen: