Hoge Raad verduidelijkt verschoningsrecht bedrijfsarts

Verschoningsrecht

Inzicht in de reikwijdte van het verschoningsrecht.

In een recente uitspraak heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over het functioneel verschoningsrecht van de bedrijfsarts. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor de manier waarop bedrijfsartsen omgaan met medische informatie en hun geheimhoudingsplicht. Wat houdt deze uitspraak precies in, en welke lering kunnen bedrijfsartsen hieruit trekken?

Wat is functioneel verschoningsrecht?

Een functioneel verschoningsrecht komt toe aan personen die op grond van hun functie (beroep, ambt of betrekking) als vertrouwenspersoon en de daaraan verbonden geheimhoudingsplicht zijn ontheven van hun verplichting om als getuigen in een procedure een verklaring af te leggen over hetgeen hen in die hoedanigheid is verteld.

Wat zegt de Hoge Raad?

De kern van de uitspraak draait om de vraag in hoeverre een bedrijfsarts zich kan beroepen op zijn verschoningsrecht in juridische procedures. De Hoge Raad bevestigt dat de bedrijfsarts weliswaar een belangrijke rol vervult bij de begeleiding van werknemers bij ziekte, maar dat dit niet automatisch betekent dat hij dezelfde volledige bescherming geniet als bijvoorbeeld een behandelend arts.

Het verschoningsrecht – het recht om te weigeren om in juridische procedures informatie te verstrekken – is in de kern bedoeld om de vertrouwelijkheid van medische informatie te beschermen. In deze zaak heeft de Hoge Raad echter geoordeeld dat bedrijfsartsen in sommige gevallen geen volledig verschoningsrecht hebben en in bepaalde omstandigheden wél informatie moeten verstrekken.

Wat betekent dit voor bedrijfsartsen?

Voor bedrijfsartsen is deze uitspraak van groot belang. In de praktijk betekent dit dat zij in juridische procedures niet altijd kunnen weigeren om informatie te delen, zeker niet als die informatie bijvoorbeeld nodig is voor een strafrechtelijk onderzoek of in het kader van aansprakelijkheidskwesties.

Dit legt een extra verantwoordelijkheid op bedrijfsartsen om zorgvuldig te documenteren:

  • Welke medische gegevens zij verzamelen en vastleggen;
  • Hoe zij omgaan met verzoeken om informatie vanuit juridische instanties;
  • Op welke manier zij de privacy van patiënten/werknemers blijven waarborgen binnen de kaders van de wet.

Wat kunnen bedrijfsartsen hieruit leren?

De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke richtlijnen en protocollen binnen de bedrijfsgezondheidszorg. Bedrijfsartsen doen er goed aan om:

  • Heldere afspraken te maken over de omgang met medische informatie, zowel met werkgevers als werknemers;
  • Juridisch advies in te winnen bij twijfelgevallen over informatieverstrekking;
  • Privacy en vertrouwelijkheid voorop te stellen, maar ook bewust te zijn van de grenzen van het verschoningsrecht.

Conclusie: een delicate balans tussen beroepsgeheim en openbaarheid

De uitspraak van de Hoge Raad laat zien dat het verschoningsrecht van bedrijfsartsen niet absoluut is. Dit vraagt om een zorgvuldige afweging in elke situatie waarin medische informatie wordt opgevraagd. Bedrijfsartsen moeten hun rol als vertrouwenspersoon van de werknemer blijven bewaken, maar tegelijkertijd rekening houden met de juridische kaders waarbinnen zij opereren.

Vragen?

Heeft u vragen over medisch tuchtrecht? Neem dan contact op met Marouschka den Ouden (jurist Medisch Tucht Recht) via denouden@delissenmartens.nl  of +31 88 010 51 91.

Nieuwsbrief 'Blik op Medisch Tuchtrecht'

Elke maand brengt Marouschka de spraakmakende nieuwsbrief "Blik op Medisch Tuchtrecht" uit op LinkedIn, waarin zij de meest recente uitspraken van het medisch tuchtcollege onder de loep neemt. Ze wijst op relevante rechtszaken en biedt een verhelderende kijk op de juridische aspecten van de medische wereld. Geïnteresseerd? Meld je dan hier aan: Abonneren op Linkedin nieuwsbrief

Verschoningsrecht

Marouschka den Ouden
Vragen over dit artikel?
Neem contact op met Marouschka den Ouden
Deel dit artikel

Terug naar overzicht