Nieuwe verplichtingen voor crypto-dienstverleners: vergunningsplicht, cliëntenonderzoek en meldplicht.

Wijziging van de Wwft

Het ministerie van Financiën heeft samen met het ministerie van Justitie en Veiligheid op 11 december 2018 een publieke consultatie geopend van het wetsvoorstel voor de implementatie van de wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn. De implementatie van deze richtlijn wijzigt voornamelijk de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Met deze consultatie wordt eenieder geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen en de mogelijkheid geboden om hierop te reageren.

De aankomende wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) heeft gevolgen voor aanbieders van diensten rond cryptovaluta.

Zo moet een aanbieder van cryptovaluta onder meer cliëntenonderzoek gaan verrichten en ongebruikelijk transacties moeten gemeld worden bij de Financiële Inlichtingen eenheid (FIU-Nederland). Het gaat daarbij om het beroeps- of bedrijfsmatig aanbieden van diensten voor het wisselen tussen virtuele  en fiduciaire valuta, maar ook om het aanbieden van bepaalde soorten bewaarportemonnees (wallets). Ook dient de aanbieder van deze diensten een vergunning van de Nederlandse Bank te hebben. 

Nieuwe begrippen in de Wwft: virtuele valuta en bewaarportemonnees

De Wwft zal ook nieuwe definities van ‘virtuele valuta’ en ‘bewaarportemonnees’ gaan bevatten.

Onder ‘virtuele valuta’ - ook wel ‘crypto’ of ‘cryptogeld’ genoemd - wordt verstaan: een digitale weergave van waarde die niet door een centrale bank of een overheid wordt uitgegeven of gegarandeerd, maar die door natuurlijke personen of rechtspersonen als ruilmiddel wordt aanvaard en die elektronisch kan worden overgedragen, opgeslagen en/of verhandeld.

Onder een aanbieder van een bewaarportemonnee - de ‘wallet’ - wordt de entiteit verstaan die diensten aanbiedt om namens haar cliënten cryptografische privésleutels te beveiligen om virtuele valuta aan te houden, op te slaan en/of over te dragen.

Onderscheid in soorten bewaarportemonnees/wallets

Niet iedere aanbieder van een portemonnee voor virtuele valuta valt overigens onder de reikwijdte van de Wwft. Aanbieders van bewaarportemonnees (in het Engels custiodial wallet providers) zullen worden onderscheiden van aanbieders van ‘software’ portemonnees.

Bewaarportemonnees

De aanbieders van bewaarportemonees zijn in het bezit van de privésleutel van hun gebruikers en kunnen daarmee ook beschikken over hun virtuele valuta. Onder deze categorie vallen ook portemonnees waarbij de privésleutel, naast de aanbieder, wordt gedeeld met meer dan één gebruiker. Het aanbieden van bewaarportemonnees waar de virtuele valuta gestald kunnen worden, en waarbij de aanbieder kan beschikken over de virtuele valuta, is een soortgelijke dienst als het aanbieden van een betaalrekening door een bank. Aanbieders van bewaarportemonnees zouden, net als banken, in staat moeten zijn om onderzoek te doen naar hun cliënten en transacties te monitoren. Daarom vallen zij onder de nieuwe wetgeving. 

Software portemonnees

Aanbieders van ‘software’ portemonnees bieden applicaties aan voor gebruikers om toegang te krijgen tot hun virtuele valuta en geven hen inzicht in de balans van hun virtuele valuta. In tegenstelling tot aanbieders van bewaarportemonnees zijn deze aanbieders niet in het bezit van de privésleutel, en hebben zij op geen enkele manier toegang tot de virtuele valuta van hun gebruikers. Om die reden is de nieuwe wetgeving niet op deze aanbieders van toepassing.

Het cliëntenonderzoek en melden van ongebruikelijke transacties

Aanbieders van cryptodiensten zullen een cliëntenonderzoek moeten gaan uitvoeren. Dat wil zeggen dat zij de identiteit van hun klant moeten vaststellen en vastleggen.

Het vaststellen en vastleggen van de identiteit moet gebeuren voordat de transactie wordt uitgevoerd. Niet alleen bij het eerste contact, maar ook bij een duurzame relatie en bij het verlenen van bepaalde incidentele transacties, moet tot identificatie worden overgegaan.

Het cliëntenonderzoek bestaat onder andere uit het identificeren van de cliënt en het verifiëren dat de opgegeven identiteit overeenkomt met de werkelijke identiteit. De meeste - zo niet alle -  aanbieders van crypto exchanges, zoals het Nederlandse LiteBit, vragen al om een kopie van het ID-bewijs op het moment van registratie. De wijziging van de Wwft zal echter wel nopen tot het nog eens onder de loep houden van het gehele registratieproces. Het gaat namelijk om meer dan alleen het vragen naar een kopie van het identiteitsbewijs.

Dit cliëntenonderzoek bestaat uit de verplichting om:

  • De cliënt te identificeren en zijn identiteit te verifiëren op basis van documenten, gegevens of informatie uit een betrouwbare en onafhankelijke bron
  • De uiteindelijk begunstigde te identificeren en redelijke maatregelen te nemen om de identiteit van die persoon te verifiëren
  • De zakelijke relatie te beoordelen en, in voorkomend geval, informatie in te winnen over het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie
  • De zakelijke relatie doorlopend te monitoren, met inbegrip van het uitvoeren van een nauwlettende controle van de transacties die worden verricht tijdens de duur van de zakelijke relatie

Het cliëntenonderzoek moet door aanbieders van cryptodiensten worden verricht wanneer:

  • Zij een zakelijke relatie aangaan
  • Zij een incidentele transactie verrichten van een bedrag van 15.000 euro of van twee of meer transacties waartussen een verband bestaat met een gezamenlijke waarde van 15.000 euro
  • Wanneer er indicaties zijn dat de cliënt betrokken is bij witwassen of terrorismefinanciering bestaat, ongeacht of er sprake is van enigerlei afwijking, vrijstelling of drempel (zie ook hier)
  • Wanneer wordt betwijfeld of de eerder verkregen cliëntidentificatiegegevens juist of volledig toereikend zijn
  • Wanneer het risico van betrokkenheid van een bestaande cliënt bij witwassen
  • of financieren van terrorisme daartoe aanleiding geeft
  • Indien er, gelet op de staat waarin een cliënt woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft, een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat
  • Indien zij in of vanuit Nederland een incidentele transactie verrichten ten behoeve van de cliënt of de trust, en deze incidentele transactie een (elektronische) geldovermaking van ten minste 1000 euro inhoudt

Wat wordt verwacht van een aanbieder van cryptodiensten?

In de memorie van toelichting van het wetsvoorstel staat concreet vermeld wat er van een aanbieder van cryptodiensten wordt verwacht. Een aanbieder zal als onderdeel van het transactie-monitoring proces, transacties moeten achterhalen tot het moment waarop de identiteit kan worden gekoppeld aan een account of adres. Dat kan bijvoorbeeld een andere aanbieder van een bewaarportemonnee zijn, of een andere aanbieder die zich bezig houdt met diensten voor het wisselen van virtuele valuta. Tevens kan een IP-adres worden achterhaald, waardoor een identiteit gekoppeld kan worden aan een bepaalde account.

Kortom, deze aanbieders moeten virtuele valuta-adressen kunnen koppelen aan de identiteit van de eigenaar van de virtuele valuta. Uit de verplichting om de zakelijke relatie doorlopend te monitoren, waaronder ook de verplichting valt om de transacties die worden verricht tijdens de duur van de zakelijke relatie nauwlettend te controleren, volgt dat deze aanbieders ook de bestemming moeten vaststellen van de bij de transactie betrokken virtuele valuta. Dit houdt in dat de ontvanger geïdentificeerd zal moeten worden, en ook dat in het geval dat cliënten hun virtuele valuta willen omzetten in fiduciaire valuta, de herkomst van deze virtuele valuta en de bron van het vermogen van die cliënten achterhaald moet worden, gezien het hoge risico dat met deze transacties gepaard gaat.

Ongebruikelijke transactie

Het transactiemonitoringproces moet de aanbieder van crypto-diensten in staat stellen om ongebruikelijke transacties te identificeren. Deze ongebruikelijke transacties dient de aanbieder van de omwissel- of bewaardienst vervolgens te melden aan de FIU-Nederland.

De Wwft definieert een ongebruikelijke transactie als volgt: “transactie die op grond van de indicatoren bedoeld in artikel 15, eerste lid, als ongebruikelijk is aan te merken”. Deze indicatoren kunnen bij algemene maatregel van bestuur worden vastgesteld. De indicatoren (en leidraden) zijn onder andere te vinden op de website van de Financial Intelligence Unit – Nederland: https://www.fiu-nederland.nl/nl

Ten aanzien van crypto is er een overzicht gemaakt van ‘witwastypologieën” met betrekking tot virtuele betaalmiddelen. Zie:

https://www.fiu-nederland.nl/nl/wetgeving/witwastypologieen/virtuele-betaalmiddelen

Aanbieders van crypto diensten zullen met name moeten onderzoeken wat de herkomst van de virtuele valuta is en  wat de bron van het vermogen van de betreffende klant is.

Vergunningplicht

Aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en aanbieders van bewaarportemonnees moeten worden geregistreerd. Daarnaast dienen de personen die bij deze aanbieders een leidinggevende functie hebben of de uiteindelijk begunstigde(n) van deze aanbieders, betrouwbaar en geschikt te zijn.

Bij de vergunningverlening zal worden getoetst of de aanbieders van cryptodiensten die onder de Wwft vallen ook kunnen voldoen aan hun Wwft-verplichtingen. DNB gaat hier toezicht op houden.

De verplichting om een vergunning aan te vragen geldt voor iedere aanbieder die wisseldiensten of bewaarportemonnees beroeps- of bedrijfsmatig in of vanuit Nederland aanbiedt. Zonder een vergunning mogen deze diensten niet worden aangeboden. Dat geldt dus niet alleen voor aanbieders die in Nederland gevestigd zijn, maar ook voor aanbieders die vanuit een andere lidstaat of vanuit een derde land diensten in Nederland aanbiedt en zich richt op de Nederlandse markt. Het verbod geldt eveneens voor in Nederland gevestigde partijen, die beroeps- of bedrijfsmatig hun diensten aanbieden aan andere landen. De verplichting om een vergunning te verkrijgen is dus niet te omzeilen door alleen buiten Nederland diensten aan te bieden.

Conclusie

Naast het aanvragen van een vergunning zullen aanbieders van cryptodiensten hun bedrijfsvoering zowel in technische als in organisatorische zin moeten aanpassen op de aankomende wijziging van de Wwft. Er zal geïnvesteerd moeten worden in ICT-systemen en het opstellen van beleid en procedures zodat het cliëntenonderzoek op de juiste wijze plaats kan vinden. Daarnaast zijn er de kosten gemoeid met het naleven van de Wwft en het melden van ongebruikelijke transacties.

Meer informatie vindt u in de memorie van toelichting:

https://www.internetconsultatie.nl/wijzigingamld4

 

Gepubliceerd op: 4 februari 2019 in Privacyrecht, Strafrecht
Vragen?
Neem contact op met Robbert (R.W.M.L.) Delissen
Nieuwe verplichtingen voor crypto-dienstverleners: vergunningsplicht, cliëntenonderzoek en meldplicht.
Delen: