Onjuistheden in pensioeninformatie; is het pensioenfonds aansprakelijk?

Naarmate ‘het pensioen’ dichterbij komt, staat men doorgaans steeds meer stil bij de vraag hoeveel pensioen er in het werkzame leven nu eigenlijk is opgebouwd. Vooral wanneer een beëindiging van de arbeidsovereenkomst aan de orde is, wordt deze vraag actueel. Bijvoorbeeld om zo een keuze te kunnen maken om het pensioen al dan niet vervroegd in te laten gaan. Veelal wordt het pensioenfonds dan gevraagd een berekening op te stellen van de opgebouwde aanspraken en de hoogte van de uitkering vanaf de datum van ontslag. Bij het opstellen van dergelijke berekeningen – en ook bij het verstrekken van andersoortige pensioeninformatie – gaat nog wel eens iets mis. Er wordt bijvoorbeeld geen rekening gehouden met een eerdere scheiding, (salaris-)indexaties of er worden fouten gemaakt bij het omrekenen van aanspraken bij uitruil van nabestaandenpensioen of voormalige VUT-rechten. Het gevolg: de uiteindelijke pensioenuitkering blijkt lager dan verwacht en wellicht had men met de juiste informatie in de hand het pensioen nog even uitgesteld. Een dergelijke situatie deed zich voor in een onlangs gepubliceerde uitspraak van het Hof Den Haag.

Casus

Werknemer is op 9 oktober 1967 in dienst getreden bij (een rechtsvoorganger van) AON Groep Nederland B.V. (‘AON’). Gedurende het dienstverband bouwde hij pensioen op bij Pensioenfonds AON Groep Nederland (‘het Pensioenfonds’). Er was tevens een VUT-regeling van toepassing. In 2000 is werknemer gescheiden. Door de jaren heen heeft het Pensioenfonds verschillende berekeningen voor de werknemer opgesteld. In augustus 2009 sluit werknemer een vaststellingsovereenkomst met AON in het kader van een vroegpensioenregeling.

Per 1 mei 2011 ontvangt de werknemer een levenslang ouderdomspensioen, waarin tevens zijn VUT-rechten zijn omgezet in extra levenslang ouderdomspensioen. Werknemer is het niet eens met de hoogte van het toegekende pensioen en verwijst hiervoor naar een pensioenberekening uit 2008. Daarin zou het Pensioenfonds onder meer een bindende toezegging hebben gedaan over de wijze van omzetting van zijn VUT-rechten. Daarnaast zou hij hierin verkeerd geïnformeerd zijn over de hoogte van zijn ouderdomspensioen. Tot slot werd in de berekening ten onrechte geen rekening gehouden met de indexatie van aanspraken van zijn ex-echtgenote.

Kortom, de pensioenuitkering bleek lager dan verwacht en werknemer stelt dat als hij juist geïnformeerd zou zijn, hij tijdig maatregelen had kunnen treffen om bij te sparen. Hij vordert een verklaring voor recht dat het Pensioenfonds aansprakelijk is voor de door hem geleden schade.

Kantonrechter: Pensioenfonds heeft geen zorgplichten geschonden.

De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Kort gezegd was de kantonrechter van oordeel dat het Pensioenfonds geen zorgplichten heeft geschonden.

Hof Den Haag: Pensioenfonds is tekort geschoten

Ten aanzien van de wijze van omzetting van de VUT-rechten in extra pensioen, oordeelt het hof dat de berekening van het Pensioenfonds niet gezien kan worden als een toekenning van pensioenaanspraken. De afspraken hierover zijn immers gemaakt tussen werknemer en AON in de vaststellingsovereenkomst. Het Pensioenfonds is slechts uitvoerder bij deze regeling. De berekening wordt daarom – met verwijzing naar een arrest van de Hoge Raad – slechts beschouwd als een ‘administratieve handeling’ (en niet een rechtshandeling). 

Ten aanzien van de hoogte van de voorgespiegelde uitkering in de berekening, oordeelt het hof wel dat het Pensioenfonds tekort is geschoten. Op pensioenfondsen rust de plicht om juiste en volledige informatie te verzenden. Het Pensioenfonds heeft in dit geval werknemer ‘zonder voorbehoud’ een te hoog bedrag voorgehouden. Dat brengt echter niet mee dat daarmee een aanspraak op het meerdere ontstaat. Het hof overweegt immers dat de werknemer door de fout niet minder pensioen heeft gekregen dan waar hij recht op heeft. Werknemer is er voorts niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat hij daadwerkelijk maatregelen getroffen zou hebben indien hij van de onjuistheid van de berekeningen op de hoogte geweest zou zijn. Ook nadat hij bekend werd met de onjuistheid van de berekeningen heeft hij namelijk geen maatregelen getroffen (als hij al schade had geleden, dan had hij deze moeten beperken). Dat hij als gevolg van de berekeningen onomkeerbare financiële verplichtingen is aangegaan (in casu een hypotheek), werd evenmin aannemelijk.

Dat het Pensioenfonds in de berekening geen rekening had gehouden met aan zijn ex-echtgenote toekomende indexaties, mocht de werknemer ook niet baten. Het hof is met de werknemer van mening dat het Pensioenfonds “wellicht duidelijker” had kunnen zijn, maar niet is gebleken dat de werknemer hierdoor schade heeft geleden. Hij heeft ook ten aanzien van dit punt immers niet minder gekregen dan waar hij feitelijk recht op had.

Het hof bekrachtigt aldus het vonnis van de kantonrechter.

Conclusie

Ondanks het feit dat het hof oordeelt dat het Pensioenfonds de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden, brengt dit niet mee dat de werknemer hieraan aanspraken kan ontlenen. 

De uitspraak van het hof is in lijn met de rechtspraak. Rode draad hierin is kort gezegd dat pensioenfondsen fouten mogen maken en herstellen en dat daaraan slechts bij uitzondering rechten ontleend kunnen worden. Of dat het geval is, is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval.

 

Deze Nieuwsflits is slechts een algemene weergave van het geldende recht. Het kan op geen enkele wijze als advies in uw specifieke situatie dienen.

Gepubliceerd op: 5 maart 2018 in Arbeidsrecht, Pensioenrecht
Vragen?
Neem contact op met Jim (J.) Kaldenberg
Onjuistheden in pensioeninformatie; is het pensioenfonds aansprakelijk?
Delen: