In de zomer is het komkommertijd en figureren roddel en achterklap meer op de voorpagina’s dan anders. “High profile” echtscheidingen, seksschandalen en socialites die hun ‘BFF’ een verbaal mes in de rug steken zorgen ervoor dat journalisten in vakantietijd wat te doen hebben. Voor advocaten is die periode er dus één om niet te ver weg van de telefoon te zitten. Want in het kielzog van het moddergooien is de rechtsstrijd nooit ver weg.  Als het gaat knallen verschijnt rap het ernstige gezicht van een raadsman in beeld, die aankondigt dat zijn cliënt “stappen gaat zetten”. Tot een echte procedure komt het natuurlijk niet, want een dergelijk conflict gaat in wezen om nog méér aandacht, en niet om de zogenaamd geleden imagoschade.

“Er bestaat niet zoiets als slechte publiciteit”, verklaarde ooit circusdirecteur P.T. Barnum. En Oscar Wilde, negentiende-eeuwse drama koning, vond zelfs dat er maar één ding erger was dan dat er kwaad over je werd gesproken, en dat was als je helemaal geen onderwerp van gesprek was. En dus zijn er mensen wiens ondergang ze beroemder maakten dan hun hele carrière daarvoor. Neem O.J. Simpson, die in de VS een bekende football-speler was. Hij werd pas echt een begrip door het slepende moordproces tegen hem in 1994, dat hij dankzij een batterij sluwe advocaten - en tot verbazing van velen - glansrijk won. Pech voor "OJ" was dat hij er niet meer in slaagde zijn wereldfaam te verzilveren. Hij draaide zelfs alsnog de bak in, voor een andere zaak.

Iemand “smadelijk treffen” gaat tegenwoordig trouwens sneller dan gedacht. Het plaatsen van een foto op Facebook van een toeristisch uitje met vrienden kan al fataal zijn. Want als één van die vrienden door zijn baas ontslagen wordt, omdat hij zich op die dag strategisch ziek had gemeld, dan heeft de plaatser van die foto privé informatie onrechtmatig geopenbaard, namelijk zonder toestemming. En dat kan smadelijk zijn. Een wat dommer foutje werd website “Gawker” onlangs fataal. Het plompverloren plaatsen van een pikant seksfilmpje waarin beroepsworstelaar “Hulk Hogan” zich uitleefde, leidde tot een toegewezen claim van meer dan honderd miljoen dollar, waarna de site op zwart ging.

Ondanks dergelijke risico’s blijven de dagelijkse scheldkanonnades op Twitter onverminderd doorgaan, terwijl niemand daar een probleem van lijkt te maken. Ik vraag mij af hoe lang het nog duurt voordat iemand de stap waagt. Lijkt mij een topzaak te zullen worden. Als dat er voor zorgt dat gebruikers van het internet niet meer anoniem hun gal spuwen, dan draagt dat bij aan een betere wereld. En ga ik misschien weer twitteren.

 

Blog Michaël van Baten Batenburg

Gepubliceerd op: 14 september 2016
Smadelijk
Delen: