Werknemersparticipaties; 1,2% of toch 52% inkomstenbelasting?

Een werknemersparticipatieregeling is veelal aantrekkelijk voor zowel werkgevers als werknemers, vanwege het feit dat er een sterk gemeenschappelijk belang bestaat bij positieve resultaten van de onderneming omdat zij meedelen in diezelfde resultaten. De werknemer wordt daarbij beloond voor zijn/haar loyaliteit en de prestatiedrang wordt bevorderd, dit weer tot tevredenheid van werkgevers.

Waarbij in de praktijk niet altijd wordt stilgestaan is de zogenoemde ‘lucratief belangregeling’ in de inkomstenbelasting. Deze regeling bestaat al enige jaren. Aanvankelijk werd  beoogd om excessieve beloningen van topmanagers tegen maximaal 52% in de heffing te betrekken. De lucratief belangregeling heeft echter een veel groter toepassingsbereik. Niet alleen bij werknemers maar ook bij bedrijfsopvolgingsstructuren en investeerders, die behalve kapitaal ook kennis en knowhow (arbeid) ter beschikking stellen, kan de lucratief belangregeling spelen. Als die regeling van toepassing is, worden ontvangen dividenden belast tegen maximaal 52% en hetzelfde geldt voor eventuele koerswinsten op de aandelen. Dat is zelfs mogelijk als de desbetreffende aandelen via een eigen houdster-BV worden gehouden.

Wanneer lucratief belangregeling?

Er moet een verband zijn met werkzaamheden die worden verricht; alleen als de aandelen worden toegekend als beloning voor die werkzaamheden, komt de lucratief belangregeling aan de orde. Bij iemand die investeert en aandelen verkrijgt, kan dat ook aan de orde zijn, namelijk wanneer de investeerder bepaalde kennis deelt met het bedrijf, bijvoorbeeld ter verbetering van de marktpositie of het verbeteren van de juridische structuur. Uiteraard is het niet altijd eenvoudig om te bepalen of aan deze voorwaarde wordt voldaan. De wet kent om die reden ook enkele voorwaarden waaronder een lucratief belang aanwezig wordt geacht. Zodra men een aandelenparticipatie tot stand wil brengen, is het van belang na te gaan of die aandelen voor de betrokkene onder de lucratief belangregeling vallen. Uiteraard zal dat veelal niet de bedoeling zijn en om die reden is een nauwkeurige juridische vormgeving wenselijk.

Een lucratieve beloning: aandelen, vorderingen of rechten
De lucratief belangregeling geldt niet alleen voor aandelen. Ook vorderingen en bepaalde rechten die iemand krijgt, kunnen onder de regeling vallen. De wetgever heeft dit gedaan om te voorkomen dat vorderingen en rechten worden bedacht die veel weg hebben van aandelen, maar dat in juridische zin niet zijn. Op deze manier is getracht ontgaansmogelijkheden bij voorbaat te voorkomen.

Waar moet ik op letten?

De lucratief belangregeling is ruim en abstract opgezet. Er is echter een aantal kenmerken dat kan duiden op een lucratief belang. Zo kan de regeling aan de orde komen wanneer er meer dan één soort aandelen is, wanneer er weliswaar maar één soort aandelen is, maar daarnaast aanzienlijke leningen zijn verstrekt die contractueel kunnen worden kwijtgescholden of aan werknemers leningen zijn verstrekt die niet of slechts gedeeltelijk afgelost hoeven te worden.

Conclusie

Het is van belang, als u een aandelenparticipatie wil toekennen aan bijvoorbeeld uw management, op deze luctarief belangregeling te letten. 

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben of meer informatie willen dan kunt u contact opnemen met Ivo Janssens of met uw eigen contactpersoon bij Delissen Martens T +31 70 311 54 11.

Deze Nieuwsflits is slechts een algemene weergave van het geldende recht. Het kan op geen enkele wijze als advies in uw specifieke situatie dienen.

Gepubliceerd op: 1 januari 2014 in Belastingrecht
Vragen?
Neem contact op met Ivo (I.J.) Janssens
Werknemersparticipaties; 1,2% of toch 52% inkomstenbelasting?
Delen: