Woningverhuur aan toeristen

De Raad van State heeft in een uitspraak van 29 januari 2020 bepaald dat woningverhuur voor vakanties verboden is als de woningeigenaar niet beschikt over een vergunning. Daar valt ook de verhuur aan toeristen via Airbnb onder. Saillant is, dat een dergelijke vergunning door geen enkele gemeente wordt aangeboden.

De aanleiding voor de uitspraak is gelegen in het feit dat een Amsterdamse vrouw een boete aanvocht die haar was opgelegd omdat zij de verhuur van haar woning voor een periode van vijf dagen, niet had aangemeld bij de gemeente Amsterdam.

In Amsterdam is het op grond van de huisvestingsverordening verplicht om de verhuur van de eigen woning volgens sites als Airbnb aan te melden. Dergelijke verhuur is bovendien verbonden aan een maximum aantal dagen[1].

De Amsterdamse huisvestingsverordening heeft geen stand gehouden. De Raad van State oordeelde, dat op grond van artikel 21 van de Huisvestingswet 2014, voor de verhuur van woonruimte voor vakantiedoeleinden altijd een vergunning vereist is.[2]

De Huisvestingswet 2014 wordt waarschijnlijk per juli 2020 gewijzigd. Tot die tijd geldt er een verbod op woningverhuur zonder vergunning. Een vergunning die gemeenten op dit moment niet afgeven.

Voor verhuurders, die zijn aangesproken op het ongeoorloofd verhuren van hun woning, is de uitspraak een kans. De regelgeving die de verhuur mogelijk maakte, inclusief de regelgeving die boetes stelde op verhuur die niet aan de regelgeving voldeed, is onverbindend. Als u nog niet heeft betaald, hoeft u dat ook niet te doen. Als u binnen zes weken heeft betaald, kunt u een bezwaarschrift indienen en vragen om terugbetaling. Of de onverbindende verklaring een verdergaande terugwerkende kracht heeft, zal door de rechter moeten worden beoordeeld, maar lijkt mij niet kansrijk.

Blog Olivier van Hardenbroek

 

[1]De Amsterdamse regeling luidt:

Voor vakantieverhuur is geen vergunning noodzakelijk mits en zolang:

  1. de bewoner, die een woonruimte verhuurt, de betreffende woonruimte als hoofdverblijf heeft en op het adres van deze woonruimte ingeschreven staat in de basisregistratie personen;
  2. vakantieverhuur maximaal dertig nachten per kalenderjaar plaatsvindt;
  3. aan niet meer dan vier personen per nacht onderdak wordt verleend;
  4. geen sprake is van een huurwoning in eigendom van een woningcorporatie;
  5. de woonruimte niet is gelegen in een gebied waar een verbod op vakantieverhuur geldt; en,
  6. de bewoner die verhuurt, elke keer voordat het gebruik ten behoeve van vakantieverhuur start, deze wijze van gebruik van de woonruimte door middel van een door burgemeester en wethouders voorgeschreven formulier elektronisch heeft gemeld bij burgemeester en wethouders.

[2]      Artikel 21 van de Huisvestingswet  luidt:

Het is verboden om een woonruimte, behorend tot een met het oog op het behoud of de samenstelling van de woonruimtevoorraad door de gemeenteraad in de huisvestingsverordening aangewezen categorie gebouwen en die gelegen is in een in de huisvestingsverordening aangewezen wijk, zonder vergunning van burgemeester en wethouders:

  1. anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar aan de bestemming tot bewoning te onttrekken of onttrokken te houden;
  2. anders dan ten behoeve van de bewoning of het gebruik als kantoor of praktijkruimte door de eigenaar met andere woonruimte samen te voegen of samengevoegd te houden;
  3. van zelfstandige in onzelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet te houden;
  4. tot twee of meer woonruimten te verbouwen of in die verbouwde staat te houden.
Gepubliceerd op: 30 januari 2020 in Vastgoedrecht
Vragen?
Neem contact op met Olivier (O.R.) baron van Hardenbroek van Ammerstol
Woningverhuur aan toeristen
Delen: