5 vragen over vakantiedagen

1. Moet een werkgever de vakantieaanvraag van een werknemer honoreren?

Het uitgangspunt is dat de werkgever de vakantie vaststelt conform de wensen van de werknemer. Alleen als de werkgever daarvoor “gewichtige redenen” heeft, hoeft hij de aanvraag niet te honoreren. Van gewichtige redenen is sprake als het inwilligen van het verzoek leidt tot een ernstige verstoring van de bedrijfsvoering. Als de werkgever meent dat daarvan sprake is, moet hij dat, binnen twee weken na de aanvraag aan de werknemer, laten weten.

Dat neemt niet weg dat de werkgever, in de arbeidsovereenkomst of het arbeidsvoorwaardenreglement, regels mag stellen over het opnemen van vakantie. Er kunnen ook regels gelden op grond van de toepasselijke CAO. Deze regels kunnen zien op de periodes waarin de werknemer geen vakantie mag opnemen of juist moet opnemen (denk aan de Bouwvak), of hoelang van tevoren de aanvraag moet worden ingediend.

2. Wanneer vervallen, c.q. verjaren, vakantiedagen?

Bij beantwoording van deze vraag moet een onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten vakantiedagen: wettelijke en bovenwettelijke. Iedere werknemer heeft recht op een bepaald minimum vakantiedagen; de wettelijke vakantiedagen. De hoeveelheid hiervan is vier maal de overeengekomen arbeidsduur per week. Deze vakantiedagen vervallen zes maanden na het jaar waarin ze zijn opgebouwd. Heeft de werknemer ze dan nog niet opgenomen, dan kan dat niet meer, tenzij hij echt niet in de gelegenheid was om die dagen eerder op te nemen.

De bovenwettelijke vakantiedagen zijn de extra dagen, waarop de werknemer recht heeft op grond van zijn arbeidsovereenkomst of de CAO. Deze dagen verjaren pas vijf jaar na het jaar waarin ze zijn opgebouwd.

3. Kan een werkgever een werknemer verplichten een minimum of maximum aantal dagen achtereen gesloten vakantie op te nemen?

De werkgever kan voorwaarden stellen aan de maximaal of minimaal op te nemen vakantie van de werknemer. Hij zal dat dan wel met de werknemer moeten overeenkomen in zijn arbeidsovereenkomst of een toepasselijk arbeidsvoorwaardenreglement. In dat geval kan een werknemer een daarvan afwijkende vakantieaanvraag niet afdwingen.

4. Hoe zit het met vakantiedagen tijdens ziekte?

Tijdens ziekte bouwt een werknemer het volledig aantal vakantiedagen op, welke hij ook op zou bouwen als hij niet ziek was. De verplichting tot opbouw geldt alleen voor de wettelijke vakantiedagen. Over de opbouw van bovenwettelijke vakantiedagen kunnen bij CAO, arbeidsovereenkomst of personeelsreglement afwijkende afspraken worden gemaakt. De volledige opbouw van vakantiedagen heeft tot gevolg dat, als de werknemer op vakantie gaat tijdens ziekte, hij verplicht is vakantiedagen op te nemen. Dit betreffen hele vakantiedagen, ondanks dat de werknemer wellicht maar enkele uren per dag aan het werk is.

5. Wat als een werknemer ziek wordt tijdens vakantie?

Dagen of gedeelten van dagen waarop een werknemer ziek wordt tijdens vakantie, gelden niet als vakantie, tenzij de werknemer daarmee instemt. De vakantiedagen, die niet door ziekte konden worden genoten, kan de werknemer dus op een later tijdstip alsnog opnemen. De werkgever kan wel eisen stellen omtrent de melding van de ziekte, vorenstaande om misbruik tegen te gaan. Zo kan er worden verlangd dat er een doktersverklaring wordt overgelegd (ook van een arts in het buitenland). Indien er schriftelijk overeengekomen is dat er bij ziekte eerst wachtdagen in acht worden genomen, zullen deze dagen op het vakantiesaldo in mindering worden gebracht.

 

Heeft u naar aanleiding van bovenstaande vragen over uw vakantiereglement? Of wilt u graag een vakantiereglement vaststellen binnen uw organisatie? Neem contact op met Sophie Stolker (stolker@delissenmartens.nl) of met uw eigen contactpersoon bij Delissen Martens T + 31 70 311 54 11.

Deze Nieuwsflits is slechts een algemene weergave van het geldende recht. Het kan op geen enkele wijze als advies in uw specifieke situatie dienen.

Gepubliceerd op: 19 juli 2016 in Arbeidsrecht
5 vragen over vakantiedagen
Delen: