Geen verlengde navorderingstermijn voor in buitenland verstopte Nederlandse omzet

De belastingdienst mag aanslagen inkomsten- en vennootschapsbelasting opleggen. Daar gelden echter wel uiterste termijnen voor. Na verloop van tijd vervalt het recht om een aanslag op te leggen.

In eerste aanleg moet een aanslag uiterlijk 3 jaren na het jaar waarop de aanslag betrekking heeft, zijn opgelegd. De aanslag inkomstenbelasting over 2014 moet dus in principe uiterlijk op 31 december 2017 zijn opgelegd. Als door of namens de belastingplichtige echter uitstel is gevraagd voor de indiening van de aangifte, wordt de driejaarstermijn ook verlengd met de periode waarvoor uitstel is verleend. 
Alleen indien sprake is van een zogenoemd nieuw feit, mag de belastingdienst na verloop van de driejaarstermijn nog een nieuwe (aanvullende) aanslag opleggen. Dat mag echter in principe slechts tot uiterlijk vijf jaren nadat het belastingjaar is verstreken. Voor de belastingdienst is het echter lastiger om verzwegen buitenlandse inkomsten te traceren. Om die reden geldt dat de vijfjaarstermijn voor verzwegen buitenlandse inkomsten is verlengd tot een twaalfjaarstermijn.

Vijfjaars- of twaalfjaarstermijn?

In een recente procedure over een ijssalon ging het om de vraag of de vijfjaarstermijn dan wel de twaalfjaarstermijn gold. De eigenaren van de ijssalon hebben in 2005 € 60.000,-- contante Nederlandse omzet van de Nederlandse ijssalon gestort op een buitenlandse bankrekening. Als de vijfjaarstermijn gold, zou geen navorderingsaanslag opgelegd kunnen worden. De rechtbank stelde de eigenaren in het gelijk. Uit de jurisprudentie blijkt namelijk dat de twaalfjaarstermijn alleen geldt voor inkomsten die in het buitenland zijn verkregen of op Nederlandse inkomsten die door een klant of leverancier op een buitenlandse rekening zijn gestort en aan het zicht van de fiscus zijn onttrokken. Het ging hier echter om contante omzet die in de Nederlandse winkel was behaald.Volgens de rechtbank geldt de twaalfjaarstermijn daar niet voor en geldt daarvoor alleen de vijfjaarstermijn. Kortom, er kon voor deze € 60.000,-- geen navorderingsaanslag meer opgelegd worden. Uiteindelijk ontvingen de eigenaren dit bedrag daarom netto. Vermeldenswaard is dat zij overigens zelf hun verzwegen inkomsten over 2005 en later alsnog hebben aangegeven en dat zij alleen over 2005 hebben geprocedeerd over de navorderingstermijn.

Blog Ruud van den Dool

 

Dit blog is slechts een algemene weergave van het geldende recht. Het kan op geen enkele wijze als advies in uw specifieke situatie dienen.

 

Gepubliceerd op: 14 september 2016 in
Geen verlengde navorderingstermijn voor in buitenland verstopte Nederlandse omzet
Delen: