De werkgever als verdachte bij verkeersdelicten van werknemers? Het kan.

De nachtmerrie voor iedere transportondernemer: een medewerker blijkt betrokken bij een verkeersongeval. Naast in de eerste plaats de zorgen om het welzijn van de chauffeur en mogelijke slachtoffers is er het zakelijke en logistieke ongemak. Maar voor de transportondernemer bestaat er onder omstandigheden ook een risico op strafrechtelijke vervolging.

Feitelijk leidinggeven

In het strafrecht bestaat namelijk de mogelijkheid een rechtspersoon te vervolgen voor een (verkeers)delict dat gepleegd wordt door een werknemer. Op hun beurt kunnen ook leidinggevenden binnen een bedrijf daarvoor weer persoonlijk verantwoordelijk gehouden worden via de figuur van het ‘feitelijk leidinggeven’.

Dat dit een reëel risico is, blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 18 augustus 2017. In deze zaak zijn zowel de chauffeur van een loader met een mobiele puinzeef als zijn werkgever veroordeeld tot taakstraffen en voorwaardelijke ontzeggingen van de rijbevoegdheid. Aanleiding was een ongeval waarbij de onberemde aanhanger van ruim 20.000 kilo na een breuk van een koppelpen losraakte en vervolgens een woning binnenreed. De bewoonster loopt zwaar lichamelijk letsel op

Deze koppelpen was door de eigenaar van het bedrijf zelf vervaardigd, maar bleek dus niet te voldoen. Gelet op het feit dat de aanhanger onberemd was (en niet voorzien van een noodreminrichting) had het voertuig nooit de weg op gemogen, zeker gelet op het gewicht. Door onder deze omstandigheden de combinatie toch de weg op te sturen, heeft de directeur willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat er een verkeerongeval zou plaatsvinden.

Hoewel in deze kwestie de directeur zelf een belangrijk aandeel had in het ontstaan van het ongeval door eigenhandig de (rem)inrichting van de aanhanger onklaar te maken en de originele koppelpen te vervangen door een eigengemaakte, kan een bedrijf of een leidinggevende ook onder andere omstandigheden strafrechtelijk aansprakelijk zijn. Strafrechtelijke aansprakelijkheid voor een rechtspersoon kan worden aangenomen als de desbetreffende gedraging redelijkerwijs aan die rechtspersoon kan worden toegerekend.

Die toerekening is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waartoe mede behoort de aard van de (verboden) gedraging. Een belangrijk oriëntatiepunt bij de toerekening is of de gedraging heeft plaatsgevonden dan wel is verricht in de sfeer van de rechtspersoon. Een dergelijke gedraging kan dan in beginsel worden toegerekend aan de rechtspersoon. Op hun beurt kunnen leidinggevenden vervolgd worden als zij de gewraakte gedraging bevorderden of nalieten deze te voorkomen.

Werknemer versus werkgever

Dit zijn redelijk ruime criteria, die aan de hand van de omstandigheden van het concrete geval ingevuld dienen te worden. Nu zullen de meeste verkeersongevallen plaatsvinden zonder dat men naar de werkgever of opdrachtgever zal wijzen. Ook justitie weet dat de werkgever niet zelf in de dodehoekspiegel kijkt bij een afslaande trekker met oplegger. Die verantwoordelijkheid ligt primair bij de chauffeur.

Dat kan evenwel anders komen te liggen als de chauffeur op pad wordt gestuurd met gebrekkig materieel. Wat als de dodehoekspiegel niet goed afgesteld kan worden of beschadigd is, maar ondanks de melding daarvan niet gerepareerd wordt? Een stilstaande wagen kost de baas natuurlijk geld. Of wat te denken van het geval dat de spiegel wel functioneert, maar de chauffeur oververmoeid is door de te lange rit? Mocht uit onderzoek van de tachograaf blijken dat de regels rond de rij- en rusttijden niet in acht zijn genomen, dan liggen de kaarten alweer anders. Al helemaal als zou blijken dat er door de planning op is aangedrongen dat laatste adres toch nog aan de doen. De klant is koning en de concurrentie ligt op de loer, nietwaar?

Vergelijkbare situaties kunnen zich voordoen bij koeriersbedrijven of in de taxi- of touringcarbranche.

Van dit strafrechtelijke risico moet de werkgever zich dus goed bewust zijn. De bedrijfscultuur en de dagelijkse werkzaamheden zullen daarom zodanig ingericht moeten worden dat de kans op gevaarlijk of gevaarzettend verkeersgedrag van de werknemers zo klein mogelijk gehouden wordt. Niet alleen moet het materiaal aan technische voorschriften voldoen, maar denk bijvoorbeeld ook aan (periodieke) toetsing van de vaardigheden van het personeel door middel van bijscholing of toolbox-meetings.

Wetswijziging Wegenverkeerswet

In dat verband wijs ik nog op een recente wetswijziging. Sinds 1 januari 2020 is er een nieuw art. 5a opgenomen in de Wegenverkeerswet. Dit artikel stelt roekeloos verkeersgedrag strafbaar. Het moet dan gaan om een combinatie van gevaarzettende verkeersgedragingen die potentieel levensgevaarlijk zijn. Een belangrijk verschil met de oude situatie is dat voor strafbaarheid geen ongeval met (dodelijk) letsel hoeft te zijn gevolgd om tot een veroordeling te kunnen komen. Het gevaarlijke rijgedrag zelf is voldoende.

Deze nieuwe strafbaarstelling verruimt dus de reikwijdte van de verkeersstrafwetgeving behoorlijk. Vóór 1 januari 2020 werden afzonderlijke gevaarzettende gedragingen zoals het niet verlenen van voorrang, niet-handsfree mobiel bellen of te hard rijden als overtredingen beschouwd die gewoonlijk met boetes werden afgedaan. Onder de nieuwe strafbepaling kunnen combinaties van dergelijke gedragingen als misdrijf worden gezien met alle gevolgen van dien. Denk aan fors zwaardere straffen zoals een taakstraf of een ontzegging van de rijbevoegdheid. En niet te vergeten een strafblad.

Hoog tijd daarom om even stil te staan bij de eigen bedrijfscultuur en de awareness rondom veilig verkeersgedrag binnen alle geledingen van de onderneming.

Bij vragen over het bovenstaande of voor meer informatie over dit onderwerp kunt u zich wenden tot Hendrik Sytema (070-3115411 of sytema@delissenmartens.nl ), advocaat strafrecht bij Delissen Martens Advocaten.

Dit artikel is gepubliceerd op de website van Transport Online.

Gepubliceerd op: 3 december 2020 in Strafrecht
Vragen?
Neem contact op met Hendrik (H.) Sytema
De werkgever als verdachte bij verkeersdelicten van werknemers? Het kan.
Delen: