Het lot van de coach in een grensoverschrijdend gedrag zaak

Grensoverschrijdend gedrag en een veilige omgeving zijn modebegrippen geworden in de Nederlandse Sportwereld. Sporters zijn daarbij de afgelopen jaren voortdurend aangemoedigd om grensoverschrijdend gedrag (als ze menen dat daar sprake van is) te melden. Het Instituut Sport Rechtspraak (ISR), het instituut dat deze zaken voor het merendeel van de sportbonden in Nederland behandelt, is er nagenoeg overbelast door geraakt.  

Sporters, die van mening zijn dat ze te maken hebben (gehad) met grensoverschrijdend gedrag, kunnen op vrij veel plekken terecht. Ze kunnen naar het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN), een meldpunt en kenniscentrum voor onder andere (seksueel)grensoverschrijdend gedrag, er zijn vertrouwenspersonen, ze kunnen klachten melden bij het ISR of bij hun eigen sportbond. Goed dat deze voorzieningen er zijn en niemand zal het belang van deze vluchtheuvels ontkennen. Misstanden moeten worden aangepakt en  zij die zich daar schuldig aan hebben gemaakt, dienen zich te verantwoorden.

Maar er is meer.

Coaches worden, doorgaans out of the blue, geconfronteerd met een klacht en moeten daarna lijdzaam toezien hoe de behandeling van die klacht wordt vormgegeven. Ze worden  daarbij vaak niet of pas heel laat in kennis gesteld van de exacte inhoud van de klacht. Meer dan eens zijn de meldingen anoniem. Vervolgens krijgen ze te maken met een onderzoeksbureau (of met onderzoekers van het ISR) dat, naast het onderzoeken van de feiten en omstandigheden, ook als opdracht krijgt zich uit te laten of de gedragingen grensoverschrijdend zijn. Terwijl dit laatste toch echt is voorbehouden aan de  tuchtcommissie van een bond of het ISR.    

Die informatieachterstand wordt doorgaans in stand gehouden. De coach moet dan tijdens het onderzoeksgesprek maar raden waar de melding betrekking op heeft, wie deze gedaan heeft (want vaak anoniem) en on the spot per vraag bedenken wat de context was van de situatie waarin zich een en ander zou hebben afgespeeld. De coach moet zich verweren zonder volledige kennis van de inhoud van het dossier. De gegeven antwoorden zijn cruciaal omdat het onderzoeksbureau de sportbond, zoals  gezegd, ook adviseert of – in hun ogen – de gedragingen grensoverschrijdend zijn geweest.

Van enig level playing field is geen sprake. De klagers kunnen vrijuit over hun klachten praten en zelfs zieltjes winnen om hun klacht meer substantie te geven. Al die tijd blijft de coach verstoken van enige duidelijkheid wat een grote mate van onzekerheid met zich meebrengt. Deze situatie is even onredelijk als onwenselijk.   

Op het moment dat een melding wordt gedaan of een klacht wordt ingediend, dient de coach daar direct en volledig van op de hoogte te worden gesteld. Alle betrokkenen dienen op ieder moment over dezelfde informatie te beschikken. Je kan coaches niet weken (soms maanden) in onzekerheid laten verkeren over de situatie waarin ze terecht zijn gekomen. Te meer ook omdat tijdens een onderzoek nog helemaal niet kan worden vastgesteld of er überhaupt sprake is van grensoverschrijdend gedrag.  

Met het lot van de coach, aangesproken op grensoverschrijdend gedrag, dient in ieder geval (veel) zorgvuldiger te worden omgegaan.

Gepubliceerd op: 27 september 2023 in Sportrecht
Vragen?
Neem contact op met Marc (M.J.E.L.) Delissen
Grensoverschrijdend gedrag Delissen Martens
Delen: