Reikwijdte waarschuwingsplicht bij meerwerk

Recent heeft de Hoge Raad een arrest (ECLI:NL:HR:2022:989) gewezen over de waarschuwingsplicht van de aannemer bij een prijsverhoging als gevolg van meerwerk in de zin van artikel 7:755 BW. In het arrest laat de Hoge Raad zich uit over de vraag of vereist is dat de opdrachtgever inzicht heeft in de omvang van de prijsverhoging dan wel (concreet) te verwachten meerkosten.

Meerwerk

Als een opdrachtgever toevoegingen of veranderingen in het overeengekomen werk wenst, is sprake van meerwerk. Een aannemer kan alleen een prijsverhoging vorderen wanneer hij de opdrachtgever tijdig heeft gewezen op de noodzaak van een uit het meerwerk voortvloeiende prijsverhoging. Alleen als de opdrachtgever de noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen, is een dergelijke waarschuwing vanuit de aannemer niet verplicht. In die situatie is het immers niet nodig dat de opdrachtgever beschermd wordt tegen onverwachte hogere kosten.

Reikwijdte waarschuwingsplicht

Voornoemde waarschuwingsplicht strekt ertoe dat de opdrachtgever zich bewust is van de noodzaak van een prijsverhoging. Niet is vereist dat de opdrachtgever vervolgens overeenstemming bereiken over de prijs van het meerwerk.

De Hoge Raad heeft in haar arrest duidelijk gemaakt dat bij de toepassing van de tenzij-bepaling in artikel 7:755 BW (''tenzij de opdrachtgever die noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen'') niet van belang is of de opdrachtgever ook inzicht had in de omvang van de prijsverhoging dan wel de (concreet) te verwachten meerkosten. Met deze bepaling is beoogd duidelijk te maken dat toestemming tot meerwerk niet zonder meer toestemming tot prijsverhoging impliceert. De bescherming van de opdrachtgever gaat echter niet zo ver, dat aan de opdrachtgever ook inzicht moet worden verschaft in de omvang van de prijsverhoging.

De Hoge Raad oordeelt dat het aan de opdrachtgever is om zich, nadat de aannemer heeft gewezen op de noodzaak van een prijsverhoging of indien hij deze noodzaak uit zichzelf had moeten begrijpen, tot de aannemer te wenden met vragen omtrent de omvang van die prijsverhoging. Vervolgens kan de opdrachtgever dan beslissen of hij de gewenste toevoegingen of veranderingen voor die prijs door de aannemer wil laten uitvoeren.

Overigens merkt de Hoge Raad nog wel op dat ook als sprake is van meerwerk en de opdrachtgever zich bewust is van de noodzaak van een daaruit voortvloeiende prijsverhoging, maar geen concrete prijs is afgesproken, de opdrachtgever slechts een redelijke prijs verschuldigd is. De Hoge Raad bevestigt daarmee dat artikel 7:752 BW eveneens van toepassing is op de prijs van meerwerk.

Conclusie

Het is van belang om als opdrachtgever in geval van meerwerk zelf proactief te handelen en bij de aannemer te informeren naar de omvang van de noodzakelijke prijsverhoging. Zo voorkomt de opdrachtgever dat hij achteraf onverwacht met hoge(re) kosten worden geconfronteerd. Indien de opdrachtgever instemt met meerwerk dan is hij daarvoor ook een redelijke prijs verschuldigd. Om discussies over de prijs van het meerwerk te voorkomen, is het verstandig om voorafgaand aan de instemming schriftelijk vast te leggen wat de prijs voor het meerwerk zal zijn. Zowel opdrachtgever als aannemer zijn gebaat bij duidelijke afspraken omtrent de kosten van meerwerk.

Heeft u als opdrachtgever of aannemer vragen over de verrekening van meerwerk? Neem dan gerust contact op met Alexandra Kievit.

 

Gepubliceerd op: 25 juli 2022
Vragen?
Neem contact op met Alexandra (A.J.) Kievit
Reikwijdte waarschuwingsplicht bij meerwerk
Delen: