Procesafspraken in strafzaken. Het ei van Columbus of eieren voor je geld?

Nieuw fenomeen

Sinds enige tijd kent het Nederlandse strafrecht de figuur van de procesafspraken. In grote lijnen komt die neer op een overleg - met name in grotere, complexe strafzaken - tussen Openbaar Ministerie (OM) en de verdediging om tot een voor beide partijen en de rechter aanvaardbaar vonnis te komen. In de praktijk komt dat voor de verdachte veelal neer op – door afstand te doen van verdedigingsrechten - het krijgen van een lagere straf dan hij zou hebben gehad als de reguliere weg van een lang, gecompliceerd strafproces was gevolgd. Het voorkomen daarvan, met alle druk die dergelijke strafzaken op de schaarse capaciteit van de rechterlijke macht leggen, is weer in het belang van het OM en de gerechten. Ook slachtoffers of nabestaanden kunnen belang hebben bij snelle duidelijkheid en het voorkomen van een langdurig hoger beroep.

Duidelijkheid na valse start

Na een valse start in 2019 in de zogeheten Cymbal-zaak, waarin de rechtbank gehakt maakte van de door het OM en de verdediging gemaakte afspraken, vinden procesafspraken steeds meer hun weg in de dagelijkse praktijk. Op www.rechtspraak.nl zijn inmiddels talloze voorbeelden te vinden. Aanvankelijk met wisselend succes via pionierende rechtbanken, advocaten en officieren van justitie, omdat er geen wettelijke regels voor dergelijke afspraken bestonden. Sterker nog, sommigen vroegen zich af of het wettelijke stelsel überhaupt het maken van procesafspraken toestond. Daarover schiep de Hoge Raad op 27 september 2022 duidelijkheid na een uitvoerige vordering tot cassatie in het belang der wet van P-G Bleichrodt. Het ontbreken van een wettelijke grondslag staat niet in de weg aan het maken van afspraken en het vervolgens laten meewegen of overnemen van deze afspraken in het vonnis, zoveel is nu duidelijk.

Geen algemene regels, wel minimumnormen

Heel verrassend was dit oordeel overigens niet, nu er voorheen in het kader van de afdoening via strafbeschikkingen, transacties of in ontnemingszaken ook al afdoeningsbeslissingen gebaseerd op consensus tussen OM en verdediging mogelijk waren. Het verschil met die praktijk is dat nu ook de rechter zich in de gemaakte afspraken moet kunnen vinden.* De Hoge Raad wijst er in dat verband dan ook nadrukkelijk op dat de rechter een eigen verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de behandeling en beoordeling van de zaak. Daarin ligt dan de waarborg dat aan alle bij de strafzaak spelende belangen recht wordt gedaan. Daarbij moet niet alleen gedacht worden aan het belang van bijvoorbeeld slachtoffers of benadeelde partijen, maar ook de verdachte zelf. Hoewel de Hoge Raad geen algemene regels kan geven over het toepassen van procesafspraken, geeft hij wel minimumnormen aan waaraan dient te zijn voldaan om te kunnen spreken van een eerlijk proces in de zin van art. 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Zo moet de verdachte voorzien zijn van rechtsbijstand, en moet de afstand van verdedigingsrechten vrijwillig en op basis van voldoende en duidelijke informatie zijn gedaan. Hoofdregel is ook dat de verdachte op de zitting aanwezig is.

Nadere regels in de praktijk

Recent heeft het OM de Aanwijzing procesafspraken in strafzaken uitgebracht. In lijn met het arrest van de Hoge Raad geeft het OM hierin aan waarover afspraken kunnen worden gemaakt. Zo kunnen afspraken worden gemaakt over het niet indienen van tijdrovende onderzoekswensen zoals bijvoorbeeld getuigenverhoren, over de strafeis van de officier of over het vergoeden van schade aan slachtoffers. Er kan ook overeenstemming bereikt worden over het niet betwisten van de aan de verdachte verweten feiten. Het is daarbij goed voor ogen te houden dat een afspraak niet kan inhouden dat de verdachte moet bekennen. Dit zou strijdig zijn met de verklaringsvrijheid die een verdachte nu eenmaal heeft. Het gebruik van de term “plea bargaining’ in de discussie over procesafspraken is dan ook enigszins verwarrend. Bij plea bargaining zoals we dat uit het Amerikaanse systeem kennen, draait het immers om de bekentenis. De Aanwijzing geeft ook aan in welke gevallen procesafspraken niet mogelijk zijn. Afspraken over de tenuitvoerlegging van straffen en maatregelen, bijvoorbeeld over voorwaardelijke invrijheidstelling bij een gevangenisstraf, kunnen niet gemaakt worden.

Niet achteroverleunen

Het fenomeen procesafspraken biedt dus nieuwe mogelijkheden en kansen voor de verdediging in strafzaken. Hoewel niet iedere zaak zich ervoor zal lenen, zijn er geen misdrijven op voorhand uitgesloten. De praktijk zal moeten leren in hoeverre er succesvol gebruik van kan worden gemaakt. Het voeren van onderhandelingen met het OM is veel advocaten niet vreemd, maar aan het eind van de rit blijft staan dat de rechter niet gebonden is aan de gemaakte afspraken. Het is dus de kunst om een zodanig voorstel aan de rechter aan te bieden dat er een reële kans is dat het voorstel integraal wordt overgenomen in het vonnis. Daar ligt de uitdaging voor de strafrechtadvocaat die zijn cliënt wil behoeden voor een slepende procedure met een onzeker resultaat. Er moet echter niet uit het oog verloren worden dat procesafspraken geen wondermiddel zijn. Het maken van procesafspraken mag geen doel op zich zijn, maar het is een ventiel in een overspannen strafrechtsysteem. In alle andere zaken is en blijft het alle hens aan dek, desnoods tot aan de Hoge Raad!

* Hierbij overigens de nuancering dat op basis van de Aanwijzing hoge transacties een “rechterlijke” toetsing door een toetsingscommissie ook verplicht is.

Vragen?

Bij vragen over het bovenstaande of voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Hendrik Sytema.

Gepubliceerd op: 29 augustus 2023 in Strafrecht, Tuchtrecht
Vragen?
Neem contact op met Hendrik (H.) Sytema
Procesafspraken in strafzaken. Het ei van Columbus of eieren voor je geld?
Delen: