Samengestelde gezinnen: de onderhoudsplicht van stiefouders

Wanneer geldt de onderhoudsplicht voor stiefouders?

Naast de onderhoudsplicht die ouders voor hun kinderen hebben, kent de Nederlandse wet op grond van art. 1:392 lid 1 sub c BW in beginsel ook een onderhoudsplicht voor de stiefouder. Als stiefouder ben je op grond van art. 1:395 BW echter uitsluitend onderhoudsplichtig voor je stiefkind(eren) wanneer je voldoet aan de volgende criteria:

  1. Je bent getrouwd of hebt een geregistreerd partnerschap met jouw partner;
  2. De kinderen van jouw partner behoren tot jullie gezin. Dit is in de regel het geval wanneer de kinderen op hetzelfde adres staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie als de stiefouder. De vraag of een kind tot het gezin van de stiefouder behoort, wordt echter ruim geïnterpreteerd. Een (jongmeerderjarig) kind dat studeert en op kamers woont, behoort onder andere ook tot het gezin. Bij co-ouderschap kunnen kinderen bijvoorbeeld tot twee gezinnen behoren.

Als de stiefouder ongehuwd en zonder geregistreerd partnerschap samenwoont met de ouder van de stiefkinderen, heeft de stiefouder in beginsel dan ook geen onderhoudsplicht.

De onderhoudsplicht van de stiefouder eindigt niet zodra de stiefkinderen meerderjarig zijn geworden. Stiefouders dienen te voorzien in de kosten van studie en levensonderhoud van hun meerderjarige stiefkinderen tot zij de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt. De onderhoudsplicht eindigt wel indien het huwelijk of geregistreerd partnerschap tussen de stiefouder en de ouder van de kinderen wordt verbroken. Je bent als stiefouder na scheiding dus niet verplicht om kinderalimentatie te betalen voor je stiefkind(eren).

Onderhoudsplicht bij gezamenlijk gezag

Ook als geen sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, kan je als nieuwe partner onderhoudsplichtig zijn voor de kinderen van jouw partner. Op grond van art. 1:253w BW bestaat een verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud indien een nieuwe partner met de ouder van de kinderen gezamenlijk het gezag over hen uitoefent. Deze onderhoudsplicht duurt voort totdat de kinderen de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt, net als de onderhoudsplicht van ouders jegens hun kinderen.

Als het gezamenlijk gezag in stand blijft na het verbreken van de relatie, blijft ook de onderhoudsplicht bestaan. Indien het gezamenlijk gezag eindigt na het verbreken van de relatie dan blijft de onderhoudsplicht nog voortduren zolang als het gezag heeft geduurd, maar uiterlijk totdat het kind de leeftijd van eenentwintig heeft bereikt. Als de stiefouder  bijvoorbeeld 3 jaar gezamenlijk gezag over het kind heeft gehad, is de stiefouder na het beëindigen van het gezag nog 3 jaar onderhoudsplichtig voor dit kind.

Is de onderhoudsplicht van de stiefouder gelijk aan die van de juridische/biologische ouder?

Hoofdregel is dat er geen rangorde geldt tussen ouders en stiefouders, dat wil zeggen dat de kosten van de kinderen in principe naar rato van draagkracht door alle alimentatieplichtigen worden gedragen.

Uit de rechtspraak volgt dat er echter omstandigheden kunnen zijn om van deze hoofdregel af te wijken. Factoren die hierin meewegen zijn:

  1. Het gegeven dat tussen de ouder en het kind een nauwere verwantschap bestaat dan tussen de stiefouder en het stiefkind;
  2. De draagkracht van de ouder en de stiefouder;
  3. De feitelijke verhouding tot ieder van de onderhoudsplichtigen.

In sommige gevallen kan een rechter dus afwijken van de hoofdregel. De stiefouder komt niet pas in beeld wanneer de ouders een tekort aan draagkracht hebben. Dit betekent dat het mogelijk is dat een stiefouder een grotere bijdrage zal moeten betalen dan de juridische/biologische ouder(s). De rechter kijkt ook naar het contact tussen het kind en de stiefouder. Hoe lang de stiefouder al in beeld? Van belang is ook of het kind nog contact heeft met zijn of haar juridische/biologische ouder.

Gelet op het bovenstaande is de rechtspraak erg casuïstisch. De rechter heeft veel ruimte voor maatwerk. In sommige gevallen wordt de bijdrage van de stiefouder in de kosten van de stiefkinderen op een derde deel bepaald. Soms wordt naar rato van draagkracht gerekend. Het komt echter ook voor dat de stiefouder niet geacht wordt bij te dragen in de kosten van de stiefkinderen. Kortom, procederen over dit onderwerp kan voor onvoorspelbare uitkomsten zorgen. Dit kan voor ouders aanleiding zijn om, eventueel met de hulp van een mediator, samen in onderling overleg tot goede afspraken te komen.

Wetsvoorstel afschaffing onderhoudsplicht stiefouder

Bovendien is het de vraag of de onderhoudsplicht van de stiefouder nog wel van deze tijd is. In 2015 is er een wetsvoorstel (Wet herziening kinderalimentatie) ingediend, waarin is voorgesteld om de onderhoudsplicht van stiefouders af te schaffen. Dit wetsvoorstel kende echter een lange doorlooptijd en is op 17 mei 2022 komen te vervallen vanwege het ontbreken van initiatiefnemers.

Heeft u specifieke vragen over de onderhoudsplicht van de stiefouder? Neem dan gerust contact op met mij of een van mijn collega’s.

Gepubliceerd op: 7 september 2022 in Familierecht, Internationaal Familierecht, Mediation
Vragen?
Neem contact op met Rosan (E.R.) Boertje
Samengestelde gezinnen: de onderhoudsplicht van stiefouders
Delen: