Werkgevers verplicht om in te stemmen met beëindiging slapend dienstverband

Blog Jeroen Hofland

De Hoge Raad heeft vrijdag 8 november 2019 de prejudiciële vragen van de rechtbank Limburg inzake de slapende dienstverbanden beantwoord: werkgevers zijn verplicht in te stemmen met een voorstel tot beëindiging van het slapend dienstverband. Dit is slechts anders, wanneer de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst.

Achtergrond slapend dienstverband

In 2015 introduceerde de WWZ onder meer het recht op transitievergoeding bij beëindiging van het dienstverband. Na twee jaar arbeidsongeschiktheid, stopt in beginsel de loondoorbetalingsplicht van de werkgever. Zonder opzegging of beëindiging, blijft het dienstverband echter in stand. Dergelijke gevallen worden aangeduid als ‘slapende dienstverbanden’. Werkgevers die dienstverbanden ‘slapend’ houden, doen dit meestal om te voorkomen dat zij een transitievergoeding moeten betalen.

Wet compensatie transitievergoeding

Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers de transitievergoeding die zij betalen of na 1 juli 2015 hebben betaald wegens de opzegging van het dienstverband met een langdurig zieke werknemer, (grotendeels) gecompenseerd krijgen door het UWV. Voor een werkgever bestaat er dus geen reden meer om ‘slapende’ dienstverbanden niet te beëindigen. Of wel?

Standpunt werkgever beëindiging dienstverband bij langdurige arbeidsongeschiktheid

In de zaak die heeft geleid tot het stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad, weigerde de werkgever het dienstverband met zijn langdurig zieke werknemer te beëindigen. Werkgever benadrukte dat de wet hem niet verplicht het dienstverband te beëindigen. Ook achtte de werkgever  het betalen van de transitievergoeding principieel onjuist, omdat bij langdurig zieke werknemers geen sprake meer is van ‘transitie’ naar nieuw werk.

Hoe oordeelden andere rechters over de vraag of een werkgever verplicht is het dienstverband met een langdurig zieke werknemer te beëindigen ?

In de lagere rechtspraak bestaat, ook na bekendmaking van de compensatieregeling door het UWV, verdeeldheid over de vraag of een werkgever verplicht is het dienstverband met een langdurig zieke werknemer te beëindigen. Aan de ene kant zijn er rechters die gewoonweg de wet toepassen. Deze rechters overwegen dat de wet werkgevers niet verplicht arbeidsovereenkomsten op te zeggen en dat ook de Wet compensatie transitievergoeding die plicht niet kent.

Er zijn ook rechters die werkgevers op grond van het goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW) veroordelen slapende dienstverbanden op te zeggen, zodat deze werknemers aanspraak maken op de transitievergoeding. In deze gevallen was wel steeds sprake van zeer bijzondere omstandigheden, zoals het bijna bereikt hebben van de pensioengerechtigde leeftijd en het hebben van een ernstige ziekte ten gevolge waarvan de werknemer nog maar kort had te leven.

Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelt dat als uitgangspunt geldt dat een werkgever verplicht is in te stemmen met een voorstel van zijn slapende werknemer om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, onder toekenning van een transitievergoeding. Dit is slechts anders, wanneer de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij het in stand houden van de arbeidsovereenkomst.

 Actiepunten werkgevers 

  • Stelt de ‘slapende’ werknemer voor de arbeidsovereenkomst te beëindigen onder toekenning van een transitievergoeding, dan geldt als uitgangspunt dat de werkgever hiermee moet instemmen.
  • Een uitzondering op dit uitgangspunt bestaat, wanneer de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst. Hierbij kan worden gedacht aan reële re-integratiemogelijkheden van de werknemer.
  • Bij de overeen te komen transitievergoeding hoeft het deel dat is opgebouwd gedurende de periode dat het dienstverband al ‘slapend’ was, niet te worden meegerekend.
  • Het bedrag dat het UWV compenseert is op verschillende wijzen gelimiteerd. Controleer daarom van tevoren of de overeen te komen transitievergoeding volledig wordt gecompenseerd door het UWV.
  • Werkgevers die al eerder een transitievergoeding hebben betaald bij opzegging van een dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, kunnen van 1 april 2020 tot 1 oktober 2020 compensatie aanvragen bij het UWV. Te late aanvragen zullen door het UWV worden afgewezen.

 

De laatste blogs op het gebied Arbeidsrecht:

 Wab: nieuwe ketenregeling 2020

Vergoeding bij ontslag bestuurder

De bedenktermijn: wanneer start deze?

Wijzigen van een onvoorwaardelijke indexatie in de pensioenregeling

Gewijzigde regels oproepkrachten onder de Wab

Gepubliceerd op: 24 oktober 2019 in Arbeidsrecht
Vragen?
Neem contact op met Merienke (M.M.) Zwaan-Stroband
Werkgevers verplicht om in te stemmen met beëindiging slapend dienstverband
Delen: