Olivier is sinds 1994 advocaat en is sinds 1 januari 2010 werkzaam als partner bij Delissen Martens.
Hij heeft ruime ervaring in de advisering van ondernemingen en particulieren en is gespecialiseerd in procesrecht, ondernemingsrechtelijke geschillen en informaticarecht.
Die is weloverwogen. “Ter voorbereiding van een advies voer ik altijd eerst een vooronderzoek uit, zodat ik alle feiten op een rijtje heb staan. Bij het geven van een advies controleer ik of de cliënt de aanpak begrijpt en daar achter staat.” Hij vindt het belangrijk dat zijn cliënten realistische verwachtingen hebben van een zaak. Hij streeft dit na door eerlijk en transparant te zijn. “Bij het begin van een zaak maak ik duidelijk wat haalbaar is. Zo weet de cliënt goed wat hij of zij van een zaak kan verwachten.”
Olivier's adviezen zijn oplossingsgericht. “Ik heb een praktische instelling. Mijn uitgangspunt is om problemen op te lossen en niet te verergeren.”
Nederlands, Engels, Frans
De opzegging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever zonder een passend aanbod tot betaling van een (schade)vergoeding is door het gerechtshof ’s-Hertogenbosch naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar beoordeeld. Lees er over in dit blog.
De procedure in hoger beroep wordt beheerst door de twee conclusie regel (artikel 347 Rv): alle stellingen moeten worden aangevoerd in de memorie van grieven danwel de memorie van antwoord.
De Hoge Raad legt uit dat wie het bewijs heeft, meeweegt bij wie bewijs moet leveren. Lees het hier in de blog.
Ondanks een succesvolle uitspraak kan het toch nodig zijn om in een gewonnen zaak hoger beroep in te stellen. Mr Van Hardenbroek legt uit hoe dat zit.
